Grote Markt

Grote Markt

Grote Markt

Info uit "duizend Kortrijkse straten", Egied van Hoonacker, 1986.
K. Van de Leiestraat tot de Doorniksestraat. 40 won. 148 bew. In 1815
waren er 383 bewoners. Pl. F7.
Of de Grote Markt overeenkomt met het forum van het Romeinse Kortrijk daar kunnen we
alleen maar naar gissen. Het staat vast dat de buurt in het begin van onze tijdsrekening
bewoond was. Hiervan getuigen de fragmenten van Romeinse pannen, die aan de noordkant
van de Grote Markt gevonden werden. In de l6de eeuw werd het gedeelte tussen de
Lakenhalle en de St. Maartenskerk de Oude Marct genoemd. Bedoelde men hiermede dat de
andere gedeelten van recentere oorsprong waren? De Oude Markt ligt in elk geval het dichtst
bij de St-Maartenskerk, de eerste kerk van Kortrijk. Het is bekend dat onze oudste kerken
vaak op het puin van een Romeins heiligdom gebouwd werden.
De benaming Marct of Maerct komt al voor in de l4de eeuw en is in de wandeling bewaard
gebleven. Vanaf 1795 werd de officiële benaming Grand Place. Vanaf 1807 werd het Place
Napoléon. Na de eerste nederlaag van Napoleon werden op 18.2.1814 de blekke platen met de
naam Napoléon verwijderd zodat alleen het bovenste gedeelte Place overbleef. Sedert het
Nederlands bestuur in 1815 is de benaming definitief Grote Markt.
Vroeger hadden de verschillende gedeelten van de Grote Markt een afzonderlijke benaming
naargelang van de goederen die er verkocht werden. De Pottemarkt lag in de l6de-l8de eeuw
voor de Crocodile. De Kledermarkt lag in de l5de eeuw aan de kant van het Begijnhof. Voor
Grand Bazar lag in de l6de- eeuw de Fruitmarkt, in de l8de eeuw de Oude Fruitmarkt of
Melkmarkt en in de l9de eeuw de Eiermarkt. Voor de Bank Brussel Lambert en het Damberd
lag in de l5de eeuw de Zuivelmarkt en in de l8de-l9de eeuw de Groentenmarkt. De wekelijkse
maandagmarkt verliet de Grote Markt in 1960. Thans is er de maandagmiddag nog de sterk
verminderde openluchtbeurs. Ook de jaarlijkse Paasfoor slaat nog grotendeels op de Grote
Markt haar tenten op.
In 1400 kocht de magistraat een grote hoeveelheid straatstenen voor de Grote Markt. Mogen
we hieruit besluiten dat de Grote Markt pas toen geplaveid werd of dat er van de
wederopbouw na de brand van 1382 gebruik gemaakt werd om de open ruimte te vergroten?
Door het ophopen van huisvuil kwam het peil van de Markt stilaan hoger te liggen. Zo zien
we dat de toegang tot de Halletoren, uit het begin van de l5de eeuw, een meter lager ligt dan
het huidige straatpeil.
Van 1893 tot 1957 liepen de sporen van de buurttram over de Grote Markt. De tram naar
Menen kwam van de Graanmarkt, draaide voor de Patria, stopte voor de Crocodile en reed
dan verder naar de Leiestraat. De tram uit Deerlijk reed van de O.-L.-Vrouwestraat naar de
Rijselsestraat met een halte voorbij het stadshuis.
Vroeger was de Grote Markt volledig geplaveid. Met het slopen van de huizen rond de
Halletoren in 1899 werd de open ruimte aanzienlijk vergroot. Op die plaats kwam een groot
driehoekig parkeerplein bedekt met grint. De brede rijstroken volgden de huizenrij. In 1960
werd de Markt volledig heraangelegd met nieuwe parkeerpleinen en voor het doorgaand
verkeer twee geasfalteerde wegen aan weerskanten van de Halletoren. De rijstroken langs de
huizen werden aanzienlijk vernauwd. Met het toenemen van het aantal auto’s ontstonden er
grote parkeerproblemen. Zo werd in 1966 in het stadscentrum de blauwe zone voor beperkte
parkeertijd ingesteld. Op 2.5.1983 werden op de Grote Markt vier parkeerticketverdelers in
gebruik genomen.
Op de Grote Markt stond, eertijds in het zicht van de Leiestraat en de Rijselsestraat, het Kruis
of Pelderijn. Het driehoekig grondvlak was drie trappen hoog. Op de hoeken stonden drie
pilaren, waaraan de misdadigers tentoongesteld of gegeseld werden. Op de pilaren rustte een
schaliën dak, met op de top een ijzeren kruis. Op 8.10.1710 werd het Pelderijn afgebroken.
Tot 1800 lag op die plaats een ronde blauwe steen, waar de wettelijke verordeningen
afgeroepen werden.
Van voor de l5de tot in de l7de eeuw lag er voor de Patria een stenen waterput. Ongeveer op
die plaats werd in 1895 het monument van Mgr. De Haerne onthuld. Het standbeeld bleef er
tot 1929. Voor het stadhuis stond tijdens de Franse omwenteling de vrijheidspaal. Voor de
Halletoren werd ca. 1908 een kiosk opgericht van 6,5 m diameter. In maart 1914 kwam er een
nieuwe kiosk van 9 m diameter. ‘s Zondags werd er na de elfurenmis een concert gehouden.
Aan de achterkant van de Halletoren werd op 15.7.1923, in aanwezigheid van prins Leopold,
het oorlogsmonument onthuld .
De Grote Markt heeft uiteraard heel wat meegemaakt. De vernielingen, die gepaard gingen
met de inval van de Germanen en de plunderingen van de Noormannen. Het gevecht tussen
Schotten en Malcontenten op 27.2.1580. Het bombardement van 26.3.1944, waarbij drie
huizen aan de noordkant vernield werden, Op 21.7.1944 werden de huizen tussen het
Damberd en het stadhuis tot één grote puinhoop herschapen.
Op 20.7.1666 deed Lodewijk XIV zijn blijde intrede in de stad. Op 18.4.1815 inspecteerde
lord Wellington de troepen op de oostkant van de Markt en op 4.6.1829 inspecteerde koning
Willem de gemeentewacht. Op 1.11.1914 stapte de Duitse keizer Willem II over de Markt.
Ook onze Belgische vorsten kwamen herhaalde malen op bezoek. Meer dramatisch waren de
te rechtstellingen. Tussen 1536 en 1578 werden meer dan 20 ketters levend verbrand. Tussen
1580 en 1795 werden meer dan 150 misdadigers ter dood gebracht door ophanging,
radbraken, onthoofding of vuurdood. De laatste terechtstelling was deze van een zekere
Christiaens op 7.4.1846. Minstens vier maal kraaide de rode haan: de grote brand van 1382,
de brand van de drukkerij Gambert op 20.2.1815, de Sint Maartenstoren op 7.8.1862 en de
kleerwinkel Tricoteuse op 14.3.1966. Massale volkstoelopen grepen plaats toen op 18.8.1887
voor de Jan Palfijnfeesten 118 muziek- en zangverenigingen op traden. Bij gelegenheid van
de 600ste verjaardag van de Guldensporenslag namen 467 verenigingen aan de
feestelijkheden deel. Op 28.7.1929 werd Kortrijk toegewijd aan het H. Hart. Op 7.6.1952
werd het stoffelijk overschot van broeder Isidoor overgebracht. Verder waren er tot 1965-66
de jaarlijkse Sakraments- en H. Haar processies.Van 1946 tot 1964 waren er de jaarlijkse
zomerkavalkaden, reuzenstoeten, historische stoeten en het Guldensporenspel van 1952.
Sedert 1975 blijven er nog de jaarlijkse Sinksenfeesten over. Einde juni wordt samen met de
Doorniksestraat en aanpalende straten de Braderie van het Centrum gehouden.
Tot het midden van de l7de eeuw vormden de huizen van de Grote Markt de wijk Marctgrave.
Daarna en tot het einde van de l9de eeuw behoorden de huizen op de oostkant en de zuidkant
tot de wijk Sint-Maarten terwijl de westkant tot de wijk H. Geest behoorde.
Aan de oostkant van de Grote Markt heette het eerste huis naast het hoekhuis in de 16-17de
eeuw De Coninginne van Spanje. In 1850 was het café La Glaive en sedert het einde van de
l9de eeuw café ‘t Zweerd. Het nr. 2 was in de l6de eeuw Het Zeugsken. Sedert 1849 of
wellicht vroeger is het café Français, lokaal van verschillende vaderlandslievende
verenigingen. De gevel in Lodewijk XIV de stijl was gedateerd 1716 en werd in 1836
vervangen door een classicistische kompositie. De nrs. 3 en 4 vormden van de l6de tot de l8de
eeuw het Kasselrijhuis. Het zuidelijke gedeelte was het huis Hoogh Bourgoigne, dat
vermoedelijk in de l6de eeuw ingelijfd werd. Tot 1757 hadden de ooievaars een nest op de top
van de gevel van het kasselrijhuis. Zij kwamen er jaarlijks terug, wat een mooi schouwspel
was voor de Grote Markt. Door het afschieten van vuurpijlen vlogen zij op 18.6.1757 weg om
nooit meer terug te komen, Op 9.6.1781 logeerde Jozef II in het Kasselrijhuis. In juni 1807
werden de ornamenten afgekapt om er een modern huis van te maken. Vrederechter De
Blauwe woonde er van het einde van de l9de eeuw tot 1926. De Blauwe was een maniak: hij
kwam met zijn handen nergens aan. In 1937 werd het huis tot twee handelshuizen verbouwd.
Het nr. 3 was aanvankelijk café Sporting. De wielrenner-werelkampioen Briek Schotte
woonde er van 1951 tot 1978. Sedert 1977 is het café De Beiaard. Het nr. 4 was tot in de jaren
‘70 café ‘t Perelke. Thans is het de winkel voor geschenkartikelen Kallista.
Het nr. 5 omvatte in de 16-18de eeuw de huizen Bethlehem en De Meulensteen. Ca. 1830
werden de twee huizen samengebracht om het café Belge te worden. In 1830 werd er een
vereniging gesticht om de gewonden in Brussel te helpen. Hendrik Conscience bracht er
dikwijls de avond door. In 1863 stichtte hij er samen met Adolf Verriest de Sé. Littéraire de
Courtrai. Op het einde van de l9de eeuw was de waard een zekere Van Lerberghe, die mooie
dochters had. Men heette het café In de Veertien Billekens. Een dochter trouwde met Dr. E.
Lauwers, een andere met G. Beyaert. Sedert 1923 is het de kleerwinkel Tricoteuse, in 1912
gesticht in de Leiestraat. Het huis brandde op 14.3.1966 volledig af. De bewoners konden met
moeite ontkomen.
Het nr. 6 omvatte in de 17-l8de eeuw twee huizen: Het Voskin en Het Hemelryck. Het
noordelijke huis, het vroegere Vosken, was in de tweede helft van de l9de eeuw A la Botte
Royale. Smolders die later opgevolgd werd door Copermans, stichtte er in 1895 de apotheekdrogisterij
de Crocodile. Het vroegere Hemelrijk was op het einde van de l9de eeuw Café de
Munich. Het huis werd na 1905 opgenomen in de Crocodile.
Vernield door het bombardement van 21.7.1944 werden de twee huizen tot één geheel
herbouwd en op 25.10.1951 als apotheek opnieuw opengesteld.
Het nr. 7 was in de 17-l8de eeuw Het Vagevier. In het begin van deze eeuw was het de
breigoedwinkel Laigneil. Het huis werd in 1950 herbouwd. Het nr. 8 was De Helle, in 1315 al
vermeld als Al Enfier. Sedert de jaren 1930 is het de Grand Café. Ca. 1937 sprak de politicus
Léon Degrelle vanuit de loggia tot de samengeschoolde Rexisten. Het huis werd vernield in
1944 en in 1946 herbouwd. Het nr. 9 was in de 17-l8de eeuw Den Blenden Ezele. De gevel
werd op 23.4.1918 samen met de twee aanpalende huizen door een bom zwaar beschadigd.
Sedert 1978 is het nr. 9 samen met het nr. 10 het Italiaanse restaurant Da Gianni. Het nr. 11
was in de l6de eeuw het huis Sint-Crispijn. Sedert het einde van de l9de eeuw is het café
West-Vlaanderen. De muren van de gelagzaal werden in 1892 door Caullet beschilderd met
gezichten op Vlaanderen. Het nr. 12, café De Klokke, was in 1898 café de Gouden Klokke.
Voorheen was het de bakkerij Vermeulen, waar men de bekende “biscottes de Courtrai”
vervaardigde. De Gouden Klokke werd in 1937, samen met het huis aan de oostkant,
herbouwd tot één enkel gebouw. Het nr. 13 is de chocoladewinkel Leonidas. Het nr. 15 was
het laatste privé-huis van de Grote Markt. Sedert 1952 is het de porseleinwinkel Bijttebier,
een bijhuis van Bijttebier Vanden Avenne in Wevelgem. Het nr. 16 was de schoenenwinkel
Batta. Het huis werd in 1960 ingenomen door de firma Bijttebier. Het nr. 17 was op het einde
van de l9de en het begin van de 20ste eeuw café Sint-Josephskelder, thans Trianon. Het nr. 18
was in dezelfde periode café Au Progres en later café Tabora. Het hoekhuis van de
Begijnhofstraat wordt bij deze straat beschreven.
De Patria heette vroeger Den Roeland of Het Hooghuis. In de l4de eeuw stond daar een
lombardsteen of bank van lening. Het was een van de zeldzame gebouwen, die niet vernield
werden door de brand van 1382. In 1570 werd De Roeland door de stad aangekocht om te
dienen als school van de H. Geest of arme knechtjes. Het was het oudste gebouw van Kortrijk,
toen het in de l8de eeuw gesloopt werd voor een nieuwbouw in classicistische stijl. Het werd
in die eeuw gebruikt als hoofdkwartier van de Engelsen, legerhospitaal, geuzentempel,
pakhuis enz. In de tweede helft van de 19de eeuw woonde er notaris Opsomer. De Nieuwe
Katolieke Kring, die zich richtte tot de burgerij, vestigde er zich in 1924. Het gebouw kreeg
toen de benaming Patria. Degrelle heeft nog gesproken in de Katolieke Kring en kwam toen
heftig op tegen de grote bonzen van de Katholieke Partij. In 1979 werd het gebouw
gerestaureerd. Thans komen er onder meer de C.V.P.-jongeren samen.
In het nr. 20 was in de tweede helft van de l9de eeuw de apotheek Kindt gevestigd. Na W.O.II
was er restaurant Au Panier d’Or. Thans is het een woningbureau. Het nr. 21, New Dressing,
heeft evenals het nr. 20 een trapgevel uit het einde van de l7de eeuw. Van voor 1847 tot na
W.O.I was er de drukkerij Hasaert, later Gernay-Hasaert. In de jaren ‘40 en ‘50 was er de
winkel van regenmantels Au Roi du Caoutchouc. Van de nrs. 19, 20 en 21 zijn sedert
9.3.1981 de gevels beschermd. Tussen de nrs. 21 en 22 is er in de gevel een kleine kapel,
waarin een beeldje van de H. Rochus in terracotta prijkte. Het beeldje is thans in Kortrijks
privé-bezit. Het nr. 22 is het Union des Drapiers. In de 16-l8de eeuw was het De Bonte Koe.
Het hoekhuis, nr. 23, is de kinderkledingzaak In de Ooievaar. In de l6-l8de eeuw was de
huisnaam Het Vliegend Peerd.
Het nr. 24, het hoekhuis van de Korte Steenstraat, is een huis met trapgevel uit de tweede helft
van de l7de eeuw. Het heette in de 16-18de eeuw Het Gouden Cruys. De bekende
drukkersfamilie Van Ghemert woonde er. Antoon Van Ghemert vervaardigde van 1560 tot
1570 papier in een watermolen aan de Grote Vijver , Van het begin van deze eeuw tot 1963
waren er achtereenvolgens de apotheken Himpe en Moncarey gevestigd. Thans is het een
kleerwinkel, In de hoeknis bevindt zich een kopie van een 15de eeuwse Madonna met Kind,
die in december 1979 verwijderd werd. De gevel is sedert 9.3.1983 beschermd.
Het nr. 25 was in de l6-17de eeuw De Gouden Elle en in de l8de eeuw De Elle. In 1932 werd
café Picardy er geopend. Thans is het café Saaz. Het nr. 26, Grill House, was in de l6de eeuw
De Gouden Brauketele. Het nr. 27 was al een banketbakkerij in de l9de eeuw, sedert 1919 met
de naam Huyghebaert. In de l6de eeuw was de huisnaam Het Pavillion. De nrs. 28 en 29 zijn
twee huizen, die in 1979 volledig herbouwd werden met twee verschillende gevels en
gelijkvloers één enkele winkelruimte. Het maakt deel uit van de confectiezaak C & A. Het nr.
28 was in de l6de eeuw Den Witten Leeu en in de 17-l8de eeuw Den Gouden Boom of Den
Boom. Het nr. 30 was van in de jaren ‘30 tot na W.O.II café Terminus. Sedert enkele jaren is
de leerwinkel Sandam er gevestigd. De gevel is uit 1755. Bovenaan prijkte een metalen sfeer,
die door de aardbeving van 11.6.1938 naar beneden kwam. Het nr. 31 was café Astor. Nu is
het een coffeeshop. Het nr. 32 was in de l7de eeuw De Gouden Schaire. De nrs. 32 en 33
werden in 1911 verbouwd tot de juwelierswinkel Het Gouden Schip. Het huis werd in 1976
gesloopt voor de Danish Tavern.
De zes volgende huizen maken thans deel uit van warenhuis Grand Bazar of GB. Het eerste
huis was in de 17-l8de eeuw Het Ketelken en in de eerste helft van deze eeuw café Central.
Hierop volgde De Mussche, een huis zonder naam, De Gouden Rooze en Den Ovaere. Dit
laatste huis had een klokgevel uit 1720-30. In het begin van deze eeuw was het de winkel De
Bobijn. Het hoekhuis van de Doorniksestraat was rond de eeuwwisseling het magazijn De
Beurs en tussen de twee wereldoorlogen in café The Excelsior. Het huis werd zwaar
beschadigd door het bombardement van 21.7.1944 en in 1950 gesloopt. In de 16-l8de eeuw
stonden op de plaats van The Excelsior twee huizen: De Peckepint, later genoemd Den
Cleynen Ovaere en op de hoek zelf Den Hoorne. GB werd gebouwd in 1955-56 ondanks
protest en manifestaties van middenstandsverenigingen, die er een gevaarlijke concurrent in
zagen. Tijdens de bouw werd een kelder blootgelegd, die tot onder de straat komt en die nu
nog te bezichtigen is. Het is een overblijfsel van een patriciërswoning uit 1175-1200 met
vroeg-gotische kolommen. Ook werden er palen blootgelegd van woningen uit de 9de eeuw.
De kelder is sedert 9.3.1983 beschermd. Voor de bouw van GB werden eerst het hoekhuis en
drie aanpalende huizen aangekocht. Ca. 1960 werd het warenhuis uitgebreid door het slopen
van twee aanpalende huizen.
Het nr. 38, hoekhuis van de Graanmarkt, is sedert 1981 de kleerwinkel Gudull, vroeger
Lindor en Etam. In het uitstalraam van Lindor werden in november 1942 een dolk,
handschoenen en andere bewijsstukken tentoongesteld. Zij werden achtergelaten door de
moordenaar van Stefaan Sandra die in zijn huis in de Rijselsestraat neergestoken werd. Het nr.
39 was in de 16-l8de eeuw het huis De Burse. Sedert het begin van deze eeuw was het
cafetaria Bodega en sedert 1980 cafetaria Magnum. Het nr. 40 was in de 16-l8de eeuw Den
Olifant, nu het verzekeringskantoor Josi. De gevel, uit 1770, werd in 1974 gerestaureerd en is
sedert 1983 beschermd. Het nr. 41 is het gasthuis Het Damberd of Hôtel du Damier. De
huisnaam Ter Scaeke komt al voor in 1398. Ca. 1600 werd het huis Den Rooden Schildt, dat
aan de zuidkant lag, in Het Schaak opgenomen. In 1769 werd de houten gevel door de huidige
vervangen. In het begin van de 19de eeuw vertrok vandaar drie maal per week de diligence
naar Ieper en om de twee dagen naar Brugge. De reis duurde 6uur. Het nr. 42 was in de 16-
l8de eeuw De Cleenen Inghele. Vanaf het begin van de l9de eeuw was het een bakkerij. Van
1920 tot tijdens W.O.II woonde er banketbakker Duthoo. Sedert 1967 is het de spaarkas
ANHYP. Het huis werd met al de volgende huizen vernield door het nachtelijke
bombardement van 21.7.1944. Het nr. 43 was in het begin van deze eeuw café de la Bourse;
thans is het de platenwinkel Music Box. Samen met het nr. 44 was het in de l5de-18de eeuw
het huis Den Inghele. In 1446 was Den Engel een herberg. Tot 1944 was het nr. 44 de
banketbakkerij Damman en Vandendooren-Damman. Het nr. 45 was in de 16de eeuw De
Sickele. Van voor 1882 was het café Royal, zetel van liberale verenigingen en de fancing
club. Van 1913 tot april 1979 was het de bioscoop Royal. Op 20.9.1980 werd er het Casino
Royal geopend, waar enkel kogelkarrousel kon worden gespeeld. Dezelfde dag nog werd het
casino gesloten wegens overtreding van de wet op de kansspelen. Sedert november 1982 is
het café Byblos. Het nr. 46 was in de 16-18de eeuw De Sterre. Tussen de twee wereldoorlogen
in was het café Cosmopolite. Thans is het een verzekeringskantoor. Het nr. 47 is sedert 1970
de banketbakkerij Depoot. In de 16-18de eeuw was het De Trailge. Van 1850 tot 1923 was er
de tabaksfabriek J. Verheust Vandale daarna Ernest Verheust, een van de belangrijkste uit de
Leiestreek. In de l9de eeuw werd er hoofdzakelijk snuif vervaardigd. Na 1923 was er ook de
biljartwinkel Vandeleene.
Het nr. 50 is de Bank Brussel Lambert. Op die plaats stonden tot 1944 drie afzonderlijke
huizen, de nrs. 48, 49 en 50. Het nr. 48 was in de 16-l8de eeuw De Gheete. Van voor 1849 tot
ca. 1910 was er de apotheek In den Olifant. Het embleem prijkte in de topgevel. Eerst woonde
er apotheker Henri Bossaert, opgevolgd door zijn zoon en later door apotheker Deneus. Aan
de noordkant van dit huis was er een deur, die in de eerste helft van de l9de eeuw toegang
verschafte tot 7 huisjes. Deze gang was een overblijfsel van de BLIJESTRAAT, die leidde
naar het Blidehuus, waar de bliden bewaard werden; dit waren werptuigen voor stenen. Het
Blidehuus had vier toegangen: naar de Markt, het huis De Volle Maan in de Rijselsestraat, de
Jan Persijnstraat en het huis De Zon in de Graanmarkt. Het Blidehuus werd in 1540 naar de
Hazelaarstraat overgebracht. Het nr. 49 was in de 16-l8de eeuw Den Zalme. Voor W.O.II was
het café Prins Boudewijn. Samen met het nr. 48 werd dit perceel in 1946-48 opgenomen in de
nieuwbouw van de Bank van Brussel. Op de plaats van de noordelijke helft van de Bank
Brussel Lambert stond in de l6de eeuw het huis Den Oven en in de 17-l9de eeuw Den Gouden
Leeuw. In de l9de eeuw was de Gouden Leeuw het belangrijkste hotel van Kortrijk. In 1814
logeerde er generaal Wellington. Op 5.7.1814 namen Frederik III, koning van Pruisen, en de
zonen van de koning van Engeland er het ontbijt. Op 28.3.1815 verbleef er de prins van
Oranje. Tot 1860 werden er de paarden van de diligences Gent-Rijsel afgelost. Dagelijks
vertrokken vandaar de diligences naar Brussel, Antwerpen, Ieper, Brugge enz. In 1905 werd
het hotel aangekocht door de bank Etablissement Americain Gratry. Later kwam er de Banque
Centrale de la Lys en Banque de Bruxelles, sedert 1975 Bank Brussel Lambert. In 1906 werd
de empiregevel vervangen door een nieuwbouw in Vlaamse neorenaissancestijl. Het huidige
gebouw is van 1946-48.
Het nr. 51 was in de 16-l8de eeuw het huis De Groote Drake. In het begin van de l9de eeuw
was er de drukkerij Gambar, die in 1915 uitbrandde. Sedert het begin van de 20ste eeuw is het
café Savoyard, lokaal van de veteranen van Koning Albert I en van de Federatie van
Oorlogsvrijwilligers. Na W.O.II was het ook een lokaal van voetbalclub Stade. Het nr. 52
omvatte in de 16-18de eeuw twee huizen De Cleene Drake of Den Rooden Hoet. Van ca. 1856
tot 1890 was er de apotheek Verrue, daarna de kleerwinkel Au Carillon. Sedert l932 is het
café Het Belfort, lokaal van de filatelistenvereniging De Leie, gesticht in 1924, de
Vuurkruisers en de Nationale Strijdersbond. In 1980 waren er in Kortrijk nog 30 leden die
W.O.I meemaakten. Het hoekhuis is café Het Kopke, een van de weinige cafés van Kortrijk,
die haar oude benaming bewaard heeft. Het huis heette in 1586 Den Cop, in 1630 en 1714
Den Gouden Kop, in 1743 Den Grooten Cop en in 1780 Den Cop. Het huis werd in 1953 in
neo-barokstijl herbouwd.
Op de noordkant van de Grote Markt ligt het stadhuis. De bouw van het huidige stadhuis werd
in 1417 aangevat. Het schepenhuus was toen veel kleiner en omvatte het westelijk gedeelte
van het huidige gebouw. In 1525-26 werd het stadhuis naar het oosten toe uitgebreid door het
inpalmen van De Baars en De Zwarte Leeuw. De gevel werd toen met Brabantse steen in
gotisch renaissancestijl herbouwd. In 1616 volgde de laatste uitbreiding door de aankoop van
De Stoutenbergh, die op de hoek van de Leiestraat stond. Het stadhuis werd grondig
gerestaureerd in 1856-58 en in 1959-61. Lodewijk XIV verbleef er 9 dagen. Willem Van
Oranje en onze Belgische vorsten werden er meer dan eens ontvangen. Tijdens W.O.I waren
er de Kommandantur en tijdens W.O.II het Kwartiersambt ondergebracht. Onderaan bevindt
zich café De Raadskelder (Zie Leiestraat nr.1). In het midden van de Grote Markt prijkt de
fiere Halletoren of het Belfort. Rond het Belfort stond de Lakenhalle, gebouwd in 1411. Toen
de Lakenhalle te klein werd, bouwde men op het huidige Schouwburgplein de Grote Hallen.
De Lakenhalle verloor hierdoor haar functie en ca. 1550 werd zij omgebouwd tot een 22-tal
huizen met gemeenschappelijke binnenkoer. Die huizen werden in 1717 herbouwd en in 1899
gesloopt. Omdat hij het uitzicht op de Doorniksestraat belemmerde en om het verkeer te
verbeteren waren er zelfs plannen om de vrijgekomen toren te slopen. Dankzij een petitie van
medeburgers en de tussenkomst van de Kommissie van Monumenten en Landschappen werd
het monument gevrijwaard. Boven de Halletoren prijkten onze twee oudste burgers, Manten
en Kalle. Zij werden in 1382 naar Dijon ontvoerd en op de toren van de O.-L.-Vrouwekerk
geplaatst. De uurslagers zijn er nog altijd in werking hoewel niet meer in hun oorspronkelijke
vorm. In 1961 werd aan de oostkant van de Halletoren een moderne versie van Manten en
Kalle geplaatst. Op de torenspits draait sedert 1712 met weer en wind het beeldje van
Mercurius .
De huizen rond de Halletoren waren meestal winkels. Op de noordoosthoek lag Den
Savoyaerd, een herberg die voor het eerst in 1713 vermeld wordt. Deze naam herinnert aan
het regiment Savoyards en dragonders dat op 10.1.1691 ons garnizoen kwam versterken. Na
het slopen van de huizen in 1899 verhuisde De Savoyard naar de westkant van de Markt.
Huisnamen uit de l6de-l8de eeuw waren aan de oostkant, te beginnen aan de kant Leiestraat:
De Drije Bonetten Het Lammeken, Het Schers, Den Buffen Kulder, Het Gouden Lammeken,
De (Gouden) Schelpe, De (Gouden) Plume, De Fortune en De Gouden Handt. Verder aan de
zuidkant waren er Den Gouden Roskam en De Gouden Fonteyne.
Aan de westkant waren er maar drie huizen met een huisnaam: Het Helmet, De Swarte Leeuw
en De Gouden Rostere.

Object hiërarchie: 1 items

Komt voor in:

Locatie