Reuzen Manten en Kalle

Reuzen Manten en Kalle

Reuzen Manten en Kalle

Manten en Kalle zijn twee volksfiguren, die bekend staan als een onafscheidelijk koppel, symbool voor eeuwige trouw. De figuren verschijnen eerst als onderdeel van een uurwerk-klokkenautomaat op de Halletoren. Voor die periode (veertiende eeuw) was dit een vernuftig en vooruitstrevend mechanisme. In 1382 (na de slag van Westrozebeke) werd de stad geplunderd door huursoldaten. De hertog van Bourgondië eiste het klokkenspel op voor zichzelf en liet het overbrengen naar Dijon.
Manten en Kalle worden als torenwachters ook beschouwd als de behoeders van onze stad en van zijn handelsactiviteiten. Ook na het verplaatsen van de hallen naar het huidige schouwburgplein, bleven Manten en Kalle hun ereplaats behouden op de Halletoren. Niet toevallig zijn het in de 20e eeuw voornamelijk de handelscomités die de reuzen hebben in leven gehouden.
In de negentiende eeuw zien we de legendarische figuren verschijnen als 'reuzen'. De oudste vermelding dateert van 1853, als ze optreden in een Vastenavondstoet. Tussen 1926 en 1937 dook een tweede versie op, ontworpen door beeldhouwer Victor Acke. In 1926 'ontmoetten' de beide poppen elkaar voor het stadhuis en vroegen elkaar ten huwelijk. Daarna 'stapten' ze naar Overleie waar een andere reus, burgemeester Schinkel hun huwelijk feestelijk inzegende.
De derde uitgave van Manten en Kalle ontstond in 1938 op initiatief van het feestcomité Kortrijk Centrum. De reuzen speelden nu een hoofdrol bij de feestelijke opening van de braderie.
In 1961 werd een nieuw klokkenspel met Manten en Kalle op de belforttoren geïnstalleerd. Dit ging gepaard met feestelijkheden, bijgewoond door een delegatie uit Dijon, die het uurwerk symbolisch terugschonk.
Vanaf 1992 beheert de dienst evenementen van de stad een vijfde uitvoering van de reuzen, gemaakt door Dries Vandenberghe.

Enkele volkse legendes
“Overeenkomen als Manten en Kalle” is een Kortrijks gezegde dat teruggaat op een eeuwenoude overlevering. De Kortrijkse smid Manten kreeg opdracht het gebroken klokmechanisme op de Halletoren te herstellen; zijn vrouw Kalle, die hem dit gevaarlijk werk niet graag zag uitvoeren, volgde hem naar boven. De stelling bezweek onder hen en aan de voet van de Halletoren vonden zij samen de dood.
Toen de graaf van Vlaanderen van dit voorval hoorde, liet hij de beelden van Manten en Kalle bij het uurwerk plaatsen ter nagedachtenis aan het onafscheidelijke koppel.
Onafscheidelijk
Kalle, een aardig beeldschoon Kortrijks meisje, buitengewoon lieftallig, en Manten, de dienstknaap van de gravin op het kasteel, werden op elkaar verliefd. Nu gebeurde het dat de graaf ten strijde trok tegen de Saracenen om het Heilig Land te bevrijden. Manten vergezelde de Graaf op zijn omzwervingen en kwam pas vele jaren later terug. Kalle was al die tijd trouw op hem blijven wachten en nu konden ze eindelijk in het huwelijk treden. Manten had zich zeer heldhaftig gedragen en Kortrijk wilde hem de eer bewijzen die hem toekwam.
Daarom werd hij als torenwaker op het halletorentje uitgebeeld, eerst in hout, later in metaal.
(bron: Omer Provost “Manten en Kalle”)

Object hiërarchie: 1 items