Doorniksewijk 1964

Doorniksewijk 1964

Doorniksewijk 1964

Info uit "duizend Kortrijkse straten", Egied van Hoonacker, 1986.
K. Van de Doorniksestraat tot de Doorniksesteenweg. Rijksweg 50.
140 won. 462 bew. Pl.F7-F8.
In de 17de eeuw maakte de Doorniksewijk deel uit van de Herstrate van Cortryck nar
Doornick. De naam Doornyckschenwyck komt voor vanaf 1755. Door de GR van 6.3.1876
werd aan de straat tussen de spoorweg en Walle de naam Doornikwijkstraat gegeven. Sedert
de GR van 14.6.1968 is het de Doorniksewijk.
In de 18de eeuw stonden er in de Doorniksewijk hoofdzakelijk kleine hoeven. In 1850 was de
straat bijna volledig bebouwd en stonden er 138 huizen. In 1900 waren er 177 huizen. De
twee laatste hoeven verdwenen in het begin van de 20ste eeuw. De laatste lijnstelling werd
door de GR van 24.11.1958 goedgekeurd.
Franse soldaten staken op 6.9.1645 de Doorniksewijk in brand, Op 29.6.1792 staken opnieuw
Fransen 44 huizen in brand, Op 27.11.1896 ontstond er een grote brand in de kaarsenfabriek
van Bonte en op 30.4.1898 in de oliefabriek van Van Steenhuyse.
In 1898 werd aan de oostkant van de straat de buurtspoorweg Kortrijk-Moeskroen aangelegd.
De lijn werd op 15.6.1902 opengesteld. Van 1935 tot 25.5.1963 reed er een elektrische tram.
De tram vertrok aan het nog bestaande wachthuisje tegenover café Au Faubourg de Tournai.
Sedert ca. 1935 wordt er jaarlijks de donderdag van Kortrijk-kermis de Grote Prijs van de
Stad Kortrijk voor beroepsrenners verreden. Deze koers van 20 ronden van 7,5 km loopt over
de St.-Denijsestraat en de Schaapsdreef om in de Doorniksewijk te eindigen.
Aan de oostkant van de Doorniksewijk ligt het Sint-Jorispark, in de wandeling Het Park. Dit
park in Engelse stijl werd in 1810 aangelegd door de kruisboogschutters van Sint-Joris, toen
de maatschappij De Stalen Boghe. Het clubhuis werd in 1810 gebouwd naar de plannen van
de Rijselse architect Dewarlez Van 1814 tot 1830 was daar het lokaal van de Orangisten. Het
werd op 4.6.1829 bezocht door Willem I, die bij deze gelegenheid de brug over de vijver
schonk. Het Sint-Jorispark is bekend voor zijn tennisclub, de oudste van België, gesticht in
1882. De grote vijver in de tuin was een overblijfsel van de Ronduyte waarin het water van de
Klakkaarsbeek te rechtkwam om zich dan in de stadsgracht te werpen, De vijver werd rond
1945 gedempt.
In het nr. 11 woonde van voor 1930 apotheker Vander Plancke, nu apotheker Jozef Coornaert.
Op de noordhoek van de Kanonstraat stond in 1810 de herberg Het Canon. Het nr. 27 is café
Au Casino, reeds bekend in 1882. Het is o.a. het lokaal van de Kortrijk Brass Band en de
imkers van West-Vlaanderen. In het nr. 33 woonde kunstschilder Edward Messeyne. Het
herenhuis nr. 39 werd in 1893 gebouwd voor de industrieel Camille Depoortere naar de
plannen van architect Leopold De Geyne. Het herenhuis nr. 49 werd in 1911 gebouwd naar de
plannen van architect J. Vanhoenacker voor de brouwer Omer Vander Ghinste. Het huis
wordt nu nog door die familie bewoond. Keizer Willem II overnachtte er tijdens zijn tweede
bezoek aan Kortrijk in W.O.I. Het nr. 57 was van 1930 tot ca. 1979 de weverij Janart. In het
nr. 59 werd in 1981 de West-Vlaamse Volkshogeschool geopend door de Lodewijk de
Raetstichting. Het nr. 67, op de noordhoek van de Boerderijstraat, is de drukke rij Nolf. Op de
plaats van de Boerderijstraat stonden vroeger twee huizen, die gesloopt werden toen deze
straat getrokken werd. Een ervan was de drukkerij De Muynck.
Tussen de Boerderijstraat en de St.-Rochuskerk werd in 1873 de meisjesschool Sint-Lutgard
opgericht. In 1938 werd een nieuw schoolgebouw opgetrokken. Aanvankelijk werd de school
gehouden door de Zusters Verrue, sedert 1954 door de Zusters van het Geloof. Achter de
school stond er tot 1931 een beluik van een vijftal huisjes. De suisse van de St.-Rochuskerk,
Leo Tanghe (1828-1918), woonde er. De St.-Rochus kerk werd in 1863-64 gebouwd door de
aannemer-architect Favoreel Tillieux. De toren werd in 1877 voltooid volgens de plannen van
architect Croquison. Boven de ingang prijkt een beeld van de patroonheilige, in 1896
geboetseerd door de Kortrijkse beeldhouwer Valère Dupont. In de kerk werden twee inbraken
gepleegd. Op 9.3.1947 werden de cibories gestolen en op 8.10.1950 werden ‘s nachts de
offerblokken opengebroken. In het straatje dat naar de kerk leidt, staan er twee cafés. Op de
zuidhoek van de Doorniksewijk, nr. 59, ‘t Hof van Oostenrijk, gebouwd ca. 1870 en op de
andere zuidhoek, vlak voor de kerk, Sint-Rochus.
In het nr. 103 woont André van Lerberghe. Achteraan lag zijn loodwitfabriek (Zie
Volksplein). In het nr. 111 bracht Mgr. Henri Lamiroy zijn jeugd door. Het nr. 113, de
noordhoek van de Wagenmakersstraat, is café Burning Love, op het einde van de vorige eeuw
en tot ca. 1970 Au Nouveau Parc. Nr. 115, de zuidhoek van de Wagenmakersstraat was de
apotheek Vanackere, later Pauwels, thans De Brabandere. Voor 1914 lag daar de
koffiebranderij Bonte. Het nr. 131 is residentie Wolvengracht. Aan de nrs. 157-167 verleent
een spleet toegang tot zes aaneengesloten huisjes met verdieping. Voor elk huisje ligt een
kleine moestuin. De huisjes behoorden aan bakker Van Neste uit de Doorniksewijk, die ze ca.
1920 verkocht. Op de noordhoek van de ingang van het poortje stond café In de Kweek.
Verderop is nr. 179 café De Beek, die al bestond in 1898.
Aan de westkant van de Doorniksewijk was het eerste huis restaurant Concorde, vanaf 1920
het Kortrijks Dakpannenkantoor. Het was het verkoopkantoor van de dakpannenfabrieken
Sterreberg, Briqueteries Modernes, Pottelberg en Lauwberg. In het nr. 4 woonde van in de
jaren 1930 tot ca. 1960 apotheker Gaeremynck. De huizen ten noorden van de Minister Tack
werden in 1967 gesloopt voor de tunnel en een parkeerplein.
Ten zuiden van de Minister Tacklaan lag het park van de handbooggilde Sint-Sebastiaan. Het
park werd ca. 1875 verkaveld. Het nr. 10 is een school voor moderne beroepen: haartooi,
manicure enz., in de volksmond de school van Glorieux genoemd naar de directeur Henri
Glorieux. Op de zuidhoek van de Hoveniersstraat, nr. 16, lag van 1929 tot 1970 garage
Moderne. Nr. 18 is café Au Faubourg de Tournai, al vermeld in 1882. Nr. 20 is residentie
Sint-Jorispark. De noordhoek van de Beverlaai, nrs. 30-32 was café de Belgische Leeuw, ook
In ‘t Leeuwke genoemd. Deze herberg bestond al in 1847. Er lag daar een bolletrog. De eerste
duivenmaatschappij van Kortrijk zou er gesticht zijn.
Op de plaats van de Beverlaai stond het huis van Arthur Putman. Een poort verleende toegang
tot de Beverlaai. Het huis werd in 1953 gesloopt. Op de zuidhoek van de Beverlaai stond de
Jeruzalemkapel, opgericht in 1503 en in 1801 afgebroken. Aan deze kapel is het verhaal
verbonden van Pietje Ickx, die in 1614 op bedevaart trok naar Jeruzalem. Naast de kapel lag
een oude herberg, in 1759 St.-Catharinagraf genoemd en in 1843 Het Graf. De
gaaiboldersgilde kwam er samen. In 1898 en 1920 lag daar café ‘t Gouden Kanon, waar de
rijtuigverhuurder Stockman woonde. Vandaar de huidige benaming café De Koetsier, nr. 38.
Nr. 44 is café Het Winkelke, al vermeld in 1898. Ernaast loopt een smal wegeltje zo’n 100 m
ver. Aan het einde staan een drietal eenlaagshuisjes, waar de bewoners in alle stilte leven. Op
het nr. 66 lag de boerderij van groentekweker Georges Vanden Driessche. Het huis werd ca.
1909 afgebroken voor het herenhuis van Charles Vande Venne, eigenaar van de bloemmolens
in de Kapucijnenstraat. Tijdens W.O.I was de Duitse legerstaf van de sectie I, Wijtschate, er
gevestigd. De Duitse keizer bezocht het hoofd kwartier tijdens de slag op de Kemmelberg in
1918. Thans zijn de bureaus van de Nationale Maatschappij van Waterleidingen er
ondergebracht. Ongeveer op de nrs. 70-74 lagen in 1759 de herbergen Het Voske en Het Wit
Peert. Op de noordhoek van de Loofstraat, nr. 98, ligt sedert de l9de eeuw café In de Haas. In
het nr. 128 woont apotheker Combel. Het nr. 134 was café In Sint-Rochus en nr. 136 In
Jeanne d’Arc. Op het nr. 148 staat het huis gebouwd door de familie Vercruysse, later
bewoond door Nolf en sedert 1981 eigendom van de kliniek Maria’s Voorzienigheid. De
mooie achtergevel in empirestijl werd op 16.8.1985 heimelijk gesloopt omdat hij zou
geklasseerd worden. Achteraan ligt een grote tuin in Engelse stijl met landschapeffect, die
hopelijk in stand gehouden wordt. In het nr. 154 woonde Theodoor Sevens, die er in 1927
overleden is. Nr. 172 is café Coq d’Or, waar voor 1914 hanengevechten plaatsgrepen. Het nr.
176 was de smederij Léon Raepsaet, waar de paarden van de burgerwacht beslagen werden.
Verdwenen herbergen uit 1898 met de toenmalige huisnummers zijn nr. 95 a In de Stad
Roomen, nr. 127 Au Pigeon Voyageur, nr. 171 In den Abeel, nr. 88 Au Cour de Bourgogne,
nr. 164 In de Nieuwe Cantine, nr. 114 Au Carillon, nr. 124 In Belleghem, en nr. 140 In Sint-
Maarten. Het nr. 131 café Stadekeeper dateert uit de eerste helft van deze eeuw

Extra info:
Zicht op de Doorniksewijk tijdens de heraanleg van het wegdek in 1964.
De Doorniksewijk is gelegen tussen de Doorniksestraat tot de Doorniksesteenweg. In de 17de eeuw maakte de Doorniksewijk deel uit van de Herstrate van Cortryck nar Doornick (huidige Doorniksesteenweg). De naam Doornyckschenwyck komt voor vanaf 1755 maar in1876 werd aan de straat tussen de spoorweg en Walle de naam Doornikwijkstraat gegeven en pas sinds 1968 is het de Doorniksewijk.

Object hiërarchie: 1 items

Locatie