Brugsestraat 1967

Brugsestraat 1967

Brugsestraat 1967

Info uit "duizend Kortrijkse straten", Egied van Hoonacker, 1986.
K. Van de Meensestraat tot de Brugsesteenweg. Rijksweg N 50. In 1815
waren er 113 huizen en 502 bew. In 1900 waren er 101 en in 1931 65 huizen. In 1984 waren
er 38 won, en 83 bew. Pl. F6.
De oudste vermelding is van 1328 in vico Brugensi De oudste Nederlandse vorm is van 1332
de Bruchstrate In 1660 en in 1727 lezen we Brughstraete. Door de GR van 14.6.1968 werd de
Bruggestraat gewijzigd in Brugsestraat.
De Brugsestraat eindigde vroeger aan de Brugpoort, die tussen de huidige Izegemsestraat en
de Proosdijstraat lag. Deze buurt wordt in de wandeling nog de Brugpoorte genoemd. In 1852
werden in de Brugsestraat riolen aangelegd. Voor heen liep het afvalwater in de open lucht
naar het stilstaand water van de stadsgrachten. De trottoirs werden in 1894 aangelegd. In 1896
was er een ontwerp om de buurtspoorweg tussen de Menenpoort en de Brugpoort langs de pas
aangelegde Graaf de Smet de Naeyerlaan te laten lopen. Dit plan werd verworpen wegens de
schade die de trillingen aan de wortels van de bomen zouden aanbrengen. Ook zou de stoom
de blaren beschadigen. Om een halte te hebben aan de Sint-Jansput werd de buurtspoorweg
dan in de Meensestraat en Brugsestraat aangelegd. Men dacht niet aan de luchtvervuiling in
deze dichtbevolkte en nog nauwe Brugsestraat.
De huizenrij aan de noordkant van de Brugsestraat werd in twee perioden afgebroken. Het
westelijke deel werd in 1904-06 gesloopt voor de aanleg van het Volkspark (Zie Graaf de
Smet de Naeyerlaan). De GR van 24.10.1904 besloot bij die gelegenheid de breedte van de
straat ter hoogte van het park op 15 m te brengen. Het gedeelte van de huizenrij tussen het
park en de Brugsesteenweg werd in september 1967 gesloopt voor het verbreden van de
straat. Met de vier brede rijstroken en twee parkeerstroken ziet de straat er nu uit als een
autosnelweg waar de grootste voorzichtigheid geboden is. Met een verkeersdrukte van 21.430
wagens per dag tussen 7 en 19 uur is de Brugsesteenweg ook de drukste straat van Kortrijk.
Oude huisnamen in de Brugsestraat waren Het Wielkin, dat op de hoek lag van de
Overleiestraat. Daar tegenover lag Het Schaminkel, dat in 1522 een brouwerij was. Twee
huizen verder, ook aan de noordkant van de straat, waren De Clocke en ‘t Zwarte Leeuken.
Nog verder naar het oosten toe lagen in de 17de eeuw De Drije Pelgrims, de herberg Brugghe
en de huizen De Wulf en Den Ouden Wulf Een huis uit de 1511 was De Zwinsbak .
We doen de straat nu eens over in de 19de en 20ste eeuw. We beginnen met de noordkant,
vanaf de Sint-Jansput, dit is het kruispunt van de Brugsestraat, Meensestraat en Overleiestraat.
De naam Sint-Jansput komt al voor in 1734. In 1836 werd er daar door de zusters van St.-
Niklaas een school voor kosteloos lager- en beroepsonderwijs geopend. De school werd in
1871 overgedragen aan de zusters van Heule. Maar het gebouw werd in 1906 onteigend voor
de aanleg van het Volkspark. De zusters bouwden toen een school aan de Rekollettenstraat.
Aan de oostzijde van de school werd in 1900 een straatje getrokken dat in het verlengde lag
van de Overleiestraat en uitkwam in de nieuwe Noordlaan. Aan de overkant van dit straatje
lag van 1902 tot 1906 de sigarenfabriek van Pannecoucke. De jaarlijkse productie bedroeg
wel 500.000 stuks. De meest verkochte merken waren Elisa la Courtraisienne en Fleurs de
Courtrai. Verder aan de oostkant van het huis Pannecoucke lag de KAZERNEPOORT, ook
nog genoemd Kazernepoortstraat. Deze naam is ontleend aan de kazernes en stallingen die
daar in de 17de eeuw opgericht werden en op 20.9.1692 door brand vernield werden. De
benaming Kazernepoort werd officieel gemaakt door de GR van 30.5.1876. De huisjes
behoorden toe aan het bureel van weldadigheid. De huizen nrs. 1-14 werden pro deo aan de
armen verhuurd. In1856 waren zij in slechte staat en werden ze gedeeltelijk herbouwd. In
1884 werden de nrs. 1 tot 14 gesloopt. In 1866 waren er 48 en in 1900 26 huizen. De
Kazernepoort werd gesloopt voor de aanleg van het park. Ter hoogte van die plaats staat nu
het frietkraam Schinkel.
Enkele tientallen meters ten oosten van de Kazernepoort lag NYSSENSPOORTJE, sectie F
29-37 van het kadaster. Het poortje telde 19 huizen in 1866. Het werd in juli 1905 door de
stad aangekocht voor de aanleg van het park. Het behoorde grotendeels toe aan de juffrouwen
Marie Louise en Adelaïde Nys, die toen 22.500 fr. ontvingen voor de onteigening van 20
percelen in Nyssenspoortje en de Brugsestraat .
Tegenover de Proosdijstraat lag de MOLENWAL, die zijn naam kreeg van de GR van
30.5.1876, wegens de nabijheid van de Brugsepoortmolen. Deze 17de-eeuwse staakmolen lag
ten noorden van het poortje en werd in 1825 afgebroken. De Molenwal was het grootste
poortje van Overleie. In 1866 waren er 61 en in 1900 57 huizen. Erachter lagen de
Schijthuizen. De Molenwal verdween ook ter wille van het park. Aan de oostkant ligt het
Vandammebeluik. (Zie beneden).
In de 19de eeuw waren er talrijke herbergen in de Brugsestraat. Aan de noordkant, vanaf de
Sint-Jansput, werden de volgende herbergen gesloopt voor de aanleg van het park:
Luxemburg, In de Lokenaar, Standbeeld Dhaerne, In Schinkel, In Oud Iseghem, Nieuwen
Zwarten Leeuw en De Waren Belg, waarvan de baas de Schelen Belg genoemd werd. Voorbij
het park lagen in het begin van deze eeuw: De Zwarte Leeuw, In Hulste, In Kuurne, In
Bavikhove en In de Eendracht. Sint-Amand stond op de westhoek van de Izegemsestraat. De
Belle Vue stond op de oosthoek van de Izegemsestraat en bestond al in het begin van de 19de
eeuw. Tot na W.O.I werden daar hanengevechten gehouden. Er was daar ook een liggende
vogelmast. De laatste herbergen aan de noordkant werden in 1967 gesloopt bij het verbreden
van de straat.
Aan de zuidkant van de Brugsestraat was het nr. 14 de schoenwinkel In de Sterke Schoe. Het
nr. 18 was café In Lokeren. Aan het nr. 20 verschaft een poort toegang tot het achtergelegen
café In Willem Tell. Het is het druk bezochte lokaal van de handboogschutters Willem Tell,
gesticht in 1926. In 1980 waren er 180 leden. De 25 m hoge overdekte vogelmast is van 1932.
Het nr. 22 is een paardenslagerij met een paardenkop als gevelteken. Het nr. 28 is Café Parc
Astrid. Het nr. 30 is café Het Kuipje, waarnaast een poort toegang verschaft tot Vercruysses
Poortje. (Zie beneden).
BOUVIERPOORTJE was een poortje van zes huisjes dat paalde aan Vercruysses Poortje en
dat in 1905 door de stad onteigend werd voor afbraak. Bouvier was een leerlooier, met
werkhuis aan de Brugsestraat. Het huis nr. 34, nu spaarkas Ippa, werd in 1928 aangekocht
door de firma Kerkhof-Gryspeerdt. In de gevel is er een nis met Sint-Rochusbeeld.
Tussen de nrs. 46 en 48 verschaft een deur toegang tot twee vervallen huisjes. Dit poortje
staat afgetekend op de plattegrond van Cierckens van 1822. Het nr. 60, de oosthoek van de
Proosdijstraat, was vroeger café en logementshuis De Kapel. Volgens Loontjes stond op die
plaats een kapel, opgericht door de bevolking uit dankbaarheid voor het verjagen van de
Geuzen op 25.6.1582. Het nr. 78 was café Het Gasthof. Het nr. 80, tegenover de
Izegemsestraat was, café Het Vlaams Hoofd, dat al bestond in de 19de eeuw. Sedert 1984 is er
de night-club Lido. Het nr. 82 was café Het Lusthof, lokaal van boxingclub Van Bossele. Op
het nr. 84 is sedert 1967 Foto Robert gevestigd. Ernaast, nr. 88, is het Antiquariaat Sanderus.
Verdwenen herbergen aan de Brugsestraat zijn Tgulden Hooft, dat vermeld wordt in 1477 en
1591. In 1898 waren er nog aan de zuidkant van de straat Den Paraplui en In den Blauwen
Anker. In 1920 waren er o.a. A la Boucherie du Nord, In den Automobiel en In de Zwarte
Vos.
Twee moeilijk te situeren poortjes aan de Brugsestraat waren het Impasse Deryckere en zes
arbeidershuisjes waarvoor Velghe-Dumonceau van de GR van 28.6.1854 de bouwvergunning
kreeg. Deze huisjes lagen achter het huis van François Dumonceau.

Object hiërarchie: 1 items

Locatie