Patersmotestraat 40

Patersmotestraat 40

Patersmotestraat 40

Buitengoed "Paters Mote", op het eind van de Patersmotestraat, dateert van 1655. Het werd gebouwd als buitenverblijf van de paters Jezuïeten op het "Goed ten Houte" dat sedert 1618 hun eigendom was. Baron J. de Béthune liet het gebouw, dat sedert 1930 zijn eigendom was, herstellen en vergroten door de Kortrijkse architect André Carette. de voorgevel is een symetrische compositie en is als kleine halsgevel uitgewerkt. De rechtstanden in Negblokken en de kruisstijlen van de vensters bestaan uit witsteen. Boven de latei met waterlijst van ieder venster steekt een geblokte ontlastingsboog. De ingang, eveneens van witsteen, heeft een korfboog als overspanning, voorzien van slotsteen en lijstkapittelen met guttae. De overspanning is op haar beurt met een horizontale lijst afgedekt, waarop een ovale oculus met waterlijst rust. Op de horizontale lijst zijn nog twee vuurpotten aangebracht. Boven de ingang, geflankeerd door twee dakkapellen, steekt een sierlijk halsvenster, ahw gestut door twee voluten en bekroond door een segmentbogig fronton met datum 1655. Op het fronton is eveneens een vuurpot aangebracht. Op de borstwering prijkt een cartouche met monogram IHS. Aan deze cartouche en aan de twee consoles van de vensteromlijsting hangen twee vruchtenslingers. De plint is in Atrechtse zandsteen (grès d'Arras) uitgevoerd. De benedenverdieping is bekroond met een schilddak afgedekt met schaliën, waarin dakkapellen steken.

Object hiërarchie: 1 items

Locatie